Ieder mens kent God

Ieder mens kent God. Hoe dan? De apostel Paulus en de Psalmist David hebben dit duidelijk opgeschreven. Lees je mee? 

Ieder mens kan God kennen door Zijn werken

Aan elk mens is bekend, wat van God gekend kan worden. God Zelf heeft het hun geopenbaard. God openbaart Zich door Zijn werken. Door de schepping. Zijn kracht en Zijn goddelijkheid zijn daarin zichtbaar. Hoewel God Zelf onzichtbaar is.

...omdat wat van God gekend kan worden, hun bekend is. God Zelf heeft het hun immers geopenbaard.

Want de dingen van Hem die onzichtbaar zijn, worden sinds de schepping van de wereld uit Zijn werken gekend en doorzien, namelijk én Zijn eeuwige kracht én Zijn Goddelijkheid… (Rom. 1:19-20, HSV)

De hemel vertelt Gods eer, het gewelf verkondigt het werk van Zijn handen

We hoeven maar omhoog te kijken en we zien Gods werken. Elk mens kan het zien. Gelovig. Ongelovig. De Psalmist David heeft het volgende opgeschreven:

De hemel vertelt Gods eer, het gewelf verkondigt het werk van Zijn handen. (Ps. 19:2, HSV)

Waarom gelooft dan niet ieder mens in God?

Hoewel zij God kennen, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt

Het verschil zit 'em erin of een mens God erkent als God. Hem verheerlijkt of dankt voor alle zegeningen, die hem worden geschonken. 

Want zij hebben, hoewel zij God kennen, Hem niet als God verheerlijkt of gedankt... (Rom. 1:21, HSV)

Hij was in de wereld heeft Hem niet gekend

De schepping is door het Woord ontstaan. Het Woord is vleesgeworden en heeft onder ons gewoond.

En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond. (Joh. 1:14, HSV)

Jezus. Gods Eniggeboren Zoon. Hij was in de wereld. De wereld is door Hem ontstaan en de wereld heeft Hem niet gekend. 

Hij was in de wereld en de wereld is door Hem ontstaan en de wereld heeft Hem niet gekend... (Joh. 1:11, HSV)

Zo lief had God de wereld

Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.

Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. (Joh. 3:16-17, HSV)