In de onderstaande tekst viel mij het woord 'volle' op. 'De volle zegen van het Evangelie van Christus'. En daarna volgden er nog veel meer zegenrijke teksten! "Als Hij zegent, kan ik het niet keren", zei Bileam... Graag bemoedig ik jou met mijn bijbel studie.
Met de volle zegen van het Evangelie van Christus
En ik weet dat ik, als ik naar u toe kom, met de volle zegen van het Evangelie van Christus zal komen. (Rom. 15:29, HSV)
God, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus
Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus,
omdat Hij ons vóór de grondlegging van de wereld in Hem uitverkoren heeft, opdat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn in de liefde. (Ef. 1:3, HSV)
Ik zal U niet laten gaan, tenzij U mij zegent
Jakob zei het volgende tegen God, toen hij met Hem streed. Ik zal U niet laten gaan, tenzij U mij zegent.
En Hij zei: Laat Mij gaan, want de dageraad is aangebroken. Maar hij zei: Ik zal U niet laten gaan, tenzij U mij zegent. (Gen. 32:26, HSV)
Als Hij zegent, kan ik het niet keren
Bileam ging heen om het volk Israël te vervloeken. Onderweg komt hij een engel van de HEERE tegen. Hij merkt het niet, maar zijn ezel wel. God geeft hem dan de opdracht om het volk Israël te zegenen in plaats van te vervloeken.
Toen ontstak Balak in woede tegen Bileam, en hij sloeg zich in de handen. En Balak zei tegen Bileam: Ik heb u geroepen om mijn vijanden te vervloeken, maar zie, u hebt hen deze drie keer juist gezegend! (Num. 24:10, HSV)
Daarna vraagt Balak hem om alsnog het volk te vervloeken, maar dan zegt Bileam dat de zegen van God niet meer te keren is. Geweldig hè?!
Zou Híj iets zeggen en het dan niet doen? Zou Híj spreken en het niet gestand doen? Zie, ik kreeg opdracht om te zegenen: als Hij zegent, kan ik het niet keren. (Num. 23:19-20, HSV)
Laten zíj vloeken, als Ú maar zegent
David schrijft in deze Psalm, laten zíj vloeken, als Ú maar zegent!
Help mij, HEERE, mijn God, verlos mij, naar Uw goedertierenheid. Dan weten zij: ja, dit is Uw hand; Ú hebt het gedaan, HEERE.
Laten zíj vloeken, als Ú maar zegent, laten zij aanvallen, als zij maar beschaamd worden en Uw dienaar zich verblijdt. (Ps. 109:26-28, HSV)
Zo moeten wij ook doen. Hen zegenen, die ons vervloeken - bidden voor hen die ons belasteren
Zegen hen die u vervloeken, en bid voor hen die u belasteren. (Luk. 6:28, HSV)
Zoals we gelezen hebben is Gods zegen niet meer te keren! De vijand kan niets doen tegen de zegen van God. Wauw! Dank U HEERE!
Ieders geschenk moet overeenkomen met de zegen van de HEERE, uw God, die Hij u gegeven heeft
Ook bij de HEERE mogen we niet met lege handen verschijnen. Ieders geschenk moet overeenkomen met de zegen van de HEERE!
Drie keer per jaar moet alles wat mannelijk is onder u, verschijnen voor het aangezicht van de HEERE, uw God, op de plaats die Hij zal uitkiezen: op het Feest van de ongezuurde broden, op het Wekenfeest en op het Loofhuttenfeest. Men mag echter niet met lege handen voor het aangezicht van de HEERE verschijnen, maar ieders geschenk moet overeenkomen met de zegen van de HEERE, uw God, die Hij u gegeven heeft. (Deut. 16:16-17, HSV)
Wat zijn onze geschenken aan God? Ik moest denken aan de werken, die we in Hem hebben gedaan.
Maar wie de waarheid doet, komt tot het licht, opdat van zijn werken openbaar wordt dat ze in God gedaan zijn. (Joh. 3:21, HSV)
Reactie plaatsen
Reacties