Elia vlucht weg voor Izebel. Ze bedreigt hem met de dood. Na het wonder op de berg Karmel, waarna hij al de profeten van Baäl heeft gedood. Hij wordt heel bang. In een grot, laat God op een bijzondere manier zien aan Elia, dat hij niet bang hoeft te zijn. Lees je verder hoe God dat doet?
Elia op de vlucht voor Izebel
Elia vluchtte. Na het wonder dat God door hem verricht op de berg Karmel, waarna hij de profeten van Baäl afslacht, wordt hij met de dood bedreigd. Door Izebel. Tijdens zijn vlucht zorgt God voor hem. Eigenlijk wil Elia sterven. Lees zelf Koningen 18 en 19.
Hij ging onder een bremstruik liggen slapen, en zie, een engel raakte hem aan en zei tegen hem: Sta op, eet. Hij keek op, en zie, aan zijn hoofdeinde lag een koek, op kolen gebakken, en een kruik water. Hij at en dronk en ging vervolgens weer liggen.
De engel van de HEERE kwam voor de tweede maal, raakte hem aan en zei: Sta op, eet, want de weg zou te zwaar voor u zijn.
Toen stond hij op, at en dronk, en liep door de kracht van dat voedsel veertig dagen en veertig nachten, tot aan de berg van God, de Horeb… (1 Kon. 19:5-8, HSV)
En na het vuur kwam het suizen van een zachte stilte. Toen Elia dat hoorde ging hij naar buiten
Maar Hij zei: Ga naar buiten en ga op de berg staan, voor het aangezicht van de HEERE.
En zie, de HEERE ging voorbij, en een grote en sterke wind, die bergen spleet en rotsen in stukken brak, voor het aangezicht van de HEERE uit. Maar de HEERE was niet in de wind. Na deze wind kwam er een aardbeving, maar de HEERE was ook niet in de aardbeving.
Op de aardbeving volgde een vuur, maar de HEERE was ook niet in het vuur.
En na het vuur kwam het suizen van een zachte stilte.
En het gebeurde, toen Elia dat hoorde, dat hij zijn gezicht met zijn mantel omwikkelde, naar buiten ging en in de ingang van de grot bleef staan. En zie, een stem kwam tot hem, die zei: Wat doet u hier, Elia? (1 Kon. 19:11-13, HSV)
De storm, het vuur en de aardbeving komen niet van God
Wat ik hieruit mag leren is dat God hiermee laat zien, dat hij bij ons is, maar geen deel uitmaakt van de storm, het vuur en de aardbeving, waar we mee te maken hebben. Die komen niet van hem. Maar van de duisternis. De goddeloze wereld.
De stilte en rust komen van God. We moeten leren om niet bang te zijn voor situaties en onrust, die op ons afkomen. David schrijft:
Want met U ren ik door een leger bende, met mijn God spring ik over een muur. (Ps. 18:30, HSV)
Daarom zegt God tegen Elia dat hij naar buiten moet gaan. Al voordat de storm, de aardbeving en het vuur er zijn.
Na het vuur kwam het suizen van een zachte stilte. Dan pas gaat Elia naar buiten. Dan vraagt God: "Wat doet u hier Elia?"
Waarom was Elia daar?
Elia antwoordt:
Heere, Uw profeten hebben zij gedood en Uw altaren afgebroken, en ik ben alleen overgebleven. Ook staan zij mij naar het leven. (Rom. 11:3, HSV)
Elia keek op dat moment naar de situatie met menselijke ogen. Hij zag dat de profeten gedood waren en de altaren van God waren afgebroken. Hij zag dat hij alleen was overgebleven. Hij was bang geworden voor die situatie. Hij was ervoor op de vlucht.
De storm, de wind, het vuur en de aardbeving is wat wij zien en voelen. De stilte is Gods Geest
Persoonlijk begrijp ik dit. Herken je dit ook? Angst in een situatie? Angst voor mensen. Dat je denkt de situatie niet meer aan te kunnen. Het is heel menselijk om dingen met menselijke ogen te bekijken. Om ze op menselijk niveau te willen aanpakken. Om menselijk te reageren op situaties.
God begrijpt dat. Jezus is Mens is geworden. Hij heeft gevoeld wat wij voelen. Hij heeft gezien, wat wij zien.
Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde. (Hebr. 4:15, HSV)
Wees niet bevreesd
De HEERE is bij mij, ik ben niet bevreesd. Wat kan een mens mij doen? (Ps. 118:6, HSV)
Wees niet bevreesd voor hen, want Ik ben met u om u te redden, spreekt de HEERE. (Jer. 1:8, HSV)
Hij zei: Wees niet bevreesd, want die bij ons zijn, zijn méér dan die bij hen zijn. (2 Kon. 6:16, HSV)
Wees niet bevreesd voor hen, want de HEERE , uw God, Hij is het die voor u strijdt. (Deut. 3:22, HSV)
Wees niet bevreesd voor plotselinge angst of voor verwoesting door goddelozen, als die komt… (Spr. 3:25, HSV)
Reactie plaatsen
Reacties